
ARTIKEL / MEER DAN 50 JAAR SPORTGESCHIEDENIS
Meer dan 50 jaar sportgeschiedenis, de marathon van het sportiefste museum van het land
In het hart van Vlaanderen, tussen de bomen van het recreatiedomein Hofstade, ontstaat in 2004 een uniek project dat het verleden, heden én de toekomst van onze sportcultuur samenbrengt: het Sportimonium. Veel meer dan een traditioneel museum, wordt het een bruisend centrum van sportgeschiedenis, onderzoek, beleving en erfgoedzorg. Met wortels in academisch onderzoek en takken die tot ver buiten de landsgrenzen reiken, groeit het Sportimonium uit tot een internationaal erkend expertisecentrum.
Dit is het verhaal van een Belgische pionier in sporterfgoed!
Een vermolmde kegel als begin
Het begint bescheiden: in de jaren 1970 krijgt Roland Renson van professor De Nayer (KU Leuven) de opdracht om de geschiedenis van de lichamelijke opvoeding in Vlaanderen te doceren. De bronnen blijven schaars, de interesse gering, maar de wil is groot. Geïnspireerd door veldwerk en antropologisch onderzoek, stuurt Renson zijn studenten het land in. In het Limburgse Schulen vinden zij het allereerste object van de latere collectie: een door houtworm aangetaste kegel — ogenschijnlijk waardeloos, maar historisch van onschatbare waarde.
Wat volgt, is een indrukwekkend traject van inventarisatie en documentatie van traditionele volkssporten: van trabollen en gaaibollen in West-Vlaanderen tot het beugelen en klepschieten in Limburg. Deze diepgewortelde spelvormen vormen de basis voor een bredere blik op onze sportieve geschiedenis.
Van onderzoek naar beleving
Om het rijke sportieve erfgoed dat aan het licht komt ook te bewaren en tot leven te brengen, richt men in 1980 de Vlaamse Volkssportcentrale op. Enkele jaren later, in 1985, volgt de oprichting van de vzw Sportmuseum Vlaanderen. Met steun van de KU Leuven, UGent, VUB en Bloso legt men het wetenschappelijke fundament voor een toekomstig sportmuseum.
Het Sportimonium wordt geen klassiek museum. Het ontwikkelt een eigen “IDEA”-concept:
- Integratie in het sportveld
- Decentralisatie van de werking
- Educatie over de maatschappelijke betekenis van sport
- Animatie om bezoekers sport en spel aan den lijve te laten ervaren
Dit innovatieve model blijft tot op vandaag de basis voor de werking van het Sportimonium.
De weg naar Hofstade
De zoektocht naar een geschikte locatie verloopt lang en hobbelig. Leuven, Herent en zelfs de abdij van Tongerlo komen in beeld. Uiteindelijk vindt men in het houten strandgebouw uit 1938 op Hofstade-Plage de ideale plek. De naam ‘Sportimonium’ — een samentrekking van ‘sport’ en ‘patrimonium’ — vat perfect samen waar het museum voor staat: een levendige erfgoedwerking rond sport en bewegingscultuur.
Op 7 mei 2004 gaan de deuren officieel open. Wat volgt, is een bloeiperiode met een uitgebreide permanente tentoonstelling, tijdelijke expo’s, een uitleendienst met volkssporten, het sportlabo ‘Meten met Atleten’ en de unieke volkssportentuin. Dankzij de steun van het Belgisch Olympisch Comité opent ook de Olympische Passage, met onder meer het kabinet Victor Boin, genoemd naar de eerste Belgische vlaggendrager op de Olympische Spelen.
Een collectie die spreekt
Vandaag herbergt het Sportimonium meer dan 13.000 objecten, tienduizenden documenten en foto’s, en een bibliotheek met ruim 14.000 publicaties. In de state-of-the-art Preservation Hall Victor Boin, gerealiseerd in 2016 met de steun van de nabestaanden van Victor Boin, wordt deze waardevolle collectie gekoesterd en ontsloten.
Wie door de rekken van het depot dwaalt, ontdekt een schatkamer vol sportgeschiedenis: iconische sportkledij, trofeeën, roeiboten, schaatsen, gymnastiektoestellen en unieke archieven. De collectie steunt op drie grote pijlers: de moderne sporten, de Olympische Spelen en de traditionele volkssporten.
Blikvangers zijn onder andere het KBC-Van Landeghem sportarchief, het wielerarchief Vervaeke en persarchieven van Het Laatste Nieuws en Gazet van Antwerpen. Maar ook het volledige affichearchief van het Sportpaleis Antwerpen en de integrale collectie van het Schermmuseum Charles Debeur.
Niet minder dan 60 archieffondsen van atleten, sportclubs en federaties maken het Sportimonium tot een onmisbare bron voor iedereen die de Belgische sportgeschiedenis wil onderzoeken.
Internationale erkenning en prestige
De expertise van het Sportimonium blijft niet onopgemerkt. In 2011 erkent het Internationaal Olympisch Comité het officieel als Olympisch Museum. Datzelfde jaar erkent UNESCO de werking rond ‘ludodiversiteit’ als internationale best practice voor het omgaan met immaterieel erfgoed.
Eerder al wint het museum de Museumprijs 2007, en ontvangt het zowel de Vlaamse Cultuurprijs voor Erfgoed (2011-2012) als de Vlaamse Prijs voor Sportverdienste (2010) — een reeks prestigieuze bekroningen voor een unieke en visionaire werking.
Van erkende traditie tot verdwijnend erfgoed
Het Sportimonium geeft traditionele volkssporten over de jaren heen een nieuw aanzien. Dankzij tentoonstellingen, publicaties en uitleendiensten vinden deze spelvormen opnieuw een plek in het collectieve geheugen. Toch blijven de uitdagingen groot: volkssporten verdwijnen uit het stedelijk landschap, beoefenaars vergrijzen en lokale varianten dreigen uit te sterven.
Daarom ijvert het Sportimonium voor het behoud van ludodiversiteit — een erfgoed dat even waardevol is als biodiversiteit. Want elke sport, hoe klein of lokaal ook, vertelt iets over wie we zijn en waar we vandaan komen.
Een museum zonder muren
Sinds de coronapandemie blijven de museumzalen gesloten, maar het Sportimonium blijft springlevend. Als nomadisch museum reist het naar waar het erfgoed relevant is. Samen met sportverenigingen, erfgoedorganisaties en academische instellingen blijft het actief rond educatie, onderzoek, ontsluiting en internationale samenwerking.
Dankzij partnerschappen met organisaties als FARO, Archiefpunt, Vlas en internationale netwerken zoals ETSGA en het Olympic Museums Network, behoudt het Sportimonium zijn voortrekkersrol in het sporterfgoedlandschap.
Waarom een Belgisch sportmuseum onmisbaar is
Sport is meer dan prestatie. Het belichaamt cultuur, identiteit en herinnering. De erfenis van sport leeft in voorwerpen, verhalen, beelden en emoties. België heeft een rijke sportgeschiedenis die erkend, beschermd en gedeeld moet worden. Het Sportimonium vervult daarin een onmisbare rol.
Zonder een centrale instelling als het Sportimonium gaan tal van verhalen, tradities en documenten voorgoed verloren. Een Belgisch sportmuseum is dan ook geen luxe, maar een noodzaak. Niet enkel voor nostalgie, maar voor toekomstig begrip, onderzoek en inspiratie.
Tot besluit: een blijvend engagement
Het Sportimonium is veel meer dan een museum. Het functioneert als ontmoetingsplaats tussen verleden en toekomst, tussen spel en wetenschap, tussen lokaal en mondiaal. Met zijn unieke collectie, diepgewortelde missie en internationaal netwerk bouwt het verder aan een Belgisch sportgeheugen dat blijft bewegen.
Zoals Karel Van Wijnendaele het ooit schreef over de Ronde van Vlaanderen:
“… een symboliek van Vlaamsche spierkracht en Vlaamsche sportweelde…”
Het Sportimonium maakt deze weelde tastbaar — voor vandaag én morgen.